zondag 21 september 2025 om 19.00 uurTaizeviering in de Hervormde kerkVoorganger(s): cie eredienst Organist: Bas Koster samen met Ingrid Rietveld en Maartje van Straaten 
 in de Hervormde kerk van Haastrecht 
Georganiseerd door het Haastrechts Platform voor Interkerkelijke Samenwerking Iedereen wordt van harte uitgenodigd tot het aansteken van een kaarsje een daarna plaats te nemen in de kring Bij aanvang van de viering worden drie kaarsen aangestoken. Tussen de intenties zingen we ‘Als alles duister is’ We steken een kaars aan voor wat donker is in onszelf. Boosheid, onzekerheid en zelfgerichtheid. Dat wij durven opstaan voor onszelf en elkaar. Omdat niets doen geen optie is. Als alles duister is We steken een kaars aan om elkaar in het licht te zetten. Uit dankbaarheid voor de ander die het mogelijk maakt dat ik een naaste kan zijn en daarmee meer mezelf. Als alles duister is We steken een kaars aan voor hen die in duisternis wonen vanwege oorlog, onrechtvaardigheid en tekorten. Wanneer mensen elkaar geweld aandoen en daarmee ook zichzelf beschadigen. We zijn immers geschapen om elkaars broeders en zusters te zijn Wij roepen U, God Wij roepen U, God: ons leven verloopt! Uw scheppingslicht wordt hier langzaam gedoofd. Als ons zienderogen geen toekomst meer wacht, wat blijft ons voor morgen dan eeuwige nacht? De noche Hebt Gij niet vanouds uw grenzen gesteld aan chaos en dood, aan wapengeweld? Gij kiest ons het leven als enige zorg. Gij staat met uw liefde voor ons allen borg. De noche Wij roepen om moed, om daadkracht die telt, die weet van protest, en alle geweld ontwapent met liefde, met hoop, met geloof. Zo hebt Gij aan mensen de toekomst beloofd. De noche Wij bidden voor hen die voor moeten gaan: dat waarheid alleen voor alles zal gaan. Aan mensen die recht doen, aan wie vrede sticht, geeft Gij U te kennen vol leven en licht. We zingen ons Gloria met: Lezing uit 1 Korinthe 13 De liefde Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal. Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten. De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze. De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. Nu zien we nog maar een afspiegeling, een raadselachtig beeld, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde. Vertaling: Waar vriendschap en liefde is, daar is God Christus liefde heeft ons eenheid gebracht Laat ons juichen en blij zijn in Hem Laat ons oprecht beminnen God die leeft, En van harte goed zijn met elkaar. Ubicaritas Laat ons dus, nu wij hier tezamen zijn Zorgen dat er geen verdeeldheid heerst! Geen wrok meer, geen onenigheid, Moge Christus in ons midden zijn Ubicaritas O Christus, God toon ons uw heerlijkheid Met uw heiligen die bij U zijn! De vreugde zal zuiver zijn en zonder maat, En duren tot in eeuwigheid Ubicaritas Bergrede Toen Hij de mensenmassa zag, ging Hij de berg op. Daar ging Hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. Hij nam het woord en onderrichtte hen: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde bezitten. Gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van Mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk beloond worden in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten. Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout worden gemaakt? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. Jullie zijn het licht voor de wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Je steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, je zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, zodat zij jullie goede daden kunnen zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel. Overweging Moment van Stilte Bij God ben ik geborgen, met heel mijn ziel Hij is mijn rots, mijn heil Enkel bij God, verstilt mijn ziel in vrede Ik vind rust in Hem Zie uit naar God, Hij is nabij Zie uit naar God, Sta op, houd moed Slotgebed Heer, geef ons de moed Heer, geef ons de moed om te zien waarop het aankomt, te ontdekken of we doen wat gedaan moet worden, of dat we daarvoor weglopen. Heer, geef ons moed! Het gaat erom of we de kans grijpen, of die voorbij laten gaan, of we onze mond open doen, of veilig blijven zwijgen. Heer, geef ons moed! of we raad geven, of verraden, of we troosten of wegkijken. Heer, geef ons moed! of we lachen of uitlachen, of we actie ondernemen of ons terugtrekken. Heer, geef ons moed! Het gaat erom dat we bij al ons denken, doen en laten U zien in allen die onrecht wordt aangedaan, in ieder die de mond wordt gesnoerd, in hen die ten onder gaan aan pijn en verdriet, in ieder die tot ‘ander’ wordt gemaakt, in allen die genegeerd worden, in alles wat wordt ontkend, en wat aan hebzucht en macht ten onder gaat. Heer, geef ons de moed om te zien waarop het aankomt, en te doen wat gedaan moet worden. Heer, geef Gij ons moed! Slotlied Lied 1014 2.Geef vrede door van hand tot hand met liefde, onze redding; wees vriendelijk in woord en daad bewogen om Gods schepping. 3.Geef vrede door van hand tot hand, als brood om uit te delen; kijk ieder mens met warmte aan, zo kunnen breuken helen. 4.De sterke, zachte hand zij dank, die meer dan troost kan geven: als woorden stokken, spreekt de hand in vriendschap, steun en zegen. 5.Geef Christus door van hand tot hand, zijn liefde schenkt ons leven. Geef vrede door, geef haar een kans: een schat om uit te delen.  | 
| terug | 
        
    
    