zondag 4 mei 2025 om 10.00 uur

Gezamenlijke dienst in de Gereformeerde kerk
Voorganger(s): mw. Annemieke Bosman
Organist: Bert de Pater


Orde van dienst van de ochtenddienst 4 mei, Haastrecht, 10.00 uur

Mededelingen ouderling van dienst
Intochtslied: Psalm 33: 1 en 2, Kom nu met zang en roert de snaren
Stilte, bemoediging en groet
Zingen: Psalm 33:8, Wij wachten stil op Gods ontferming
Gebed om ontferming
Zingen: Lied 221 (Zo vriendelijk en veilig als het licht)
Lezing van de wet: Exodus 20: 1-17
1 Toen sprak God deze woorden:
2 ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
3 Vereer naast Mij geen andere goden.
4 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 5 Kniel er niet voor neer en vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen ontrouw. Als ouders Mij haten en zondigen, roep Ik hun kinderen daarvoor ter verantwoording, tot in het derde en vierde geslacht; 6 maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik mijn trouw tot in het duizendste geslacht.
7 Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan.
8 Houd de sabbat in ere als een heilige dag. 9 Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, 10 maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. 11 Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en geheiligd.
12 Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan zult u lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.
13 Pleeg geen moord.
14 Pleeg geen overspel.
15 Steel niet.
16 Leg over een ander geen vals getuigenis af.
17 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’

Zingen: Lied 316: 4, Het woord van liefde, vrede en recht
Kinderlied: lied 8b, Zie de zon, zie de maan
(Kinderen naar nevendienst)

Gebed om het licht van Gods Geest

Lezing: Psalm 118: 13-17
13 Jullie sloegen mij en ik viel,
maar de HEER heeft geholpen.
14 De HEER is mijn sterkte, mijn beschermer,
Hij heeft mij redding gebracht.

15 Hoor hoe de redding wordt bezongen
in de tenten van de rechtvaardigen:
de rechterhand van de HEER doet machtige daden,
16 de rechterhand van de HEER richt op,
de rechterhand van de HEER doet machtige daden.

17 Ik zal niet sterven, maar leven
en verhalen van de daden van de HEER

Zingen: Psalm 118: 1, 9, Laat ieder ’s Heren goedheid prijzen

Lezing: Lucas 24,35-48
5 De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.
36 Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’ 37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geest te zien. 38 Maar Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39 Kijk naar mijn handen en voeten, Ik ben het zelf! Raak Me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat Ik heb.’ 40 Daarna toonde Hij hun zijn handen en zijn voeten. 41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg Hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ 42 Ze gaven Hem een stuk geroosterde vis. 43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. 44 Hij zei tegen hen: ‘Toen Ik nog bij jullie was, heb Ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over Mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’ 45 Daarop maakte Hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat Hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47-48 en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem. 49 Ik zend jullie wat mijn Vader heeft beloofd. Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed.’
Zingen: Lied 646: 1, 2, 3, 4 (De Heer is onze reisgenoot)

Overdenking

Zingen: Lied 800: 1, 2 en 5, Wat zou ik zonder U geweest zijn
(Kinderen terug uit de nevendienst)
Dank- en voorbeden, stilgebed, Onze Vader
Collecte
Zingen: Lied 837: 1, 3 en 4, Iedereen zoekt U
Zegen en gezongen amen (3x)

 

terug
×