donderdag 17 april 2025 om 19.30 uur

Witte Donderdag, gezamenlijke dienst in de Hervormde kerk
Voorganger(s): ds. Anja van Alphen, Reina van der Haas
Ouderling(en): Joke Molenaar-Sosef
Organist: Bas Koster


Bij de liturgische bloemschikking
Jezus, (witte roos) dankte God.
Hij brak het brood en deelde het uit.
Hij nam de beker wijn en liet hem rondgaan.
Sprak tot zijn leerlingen: “Eet en drink hiervan en doe dit tot mijn gedachtenis”
De klimop wijst op Gods eeuwige trouw

Orgelspel voor de dienst
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
O Mensch, bewein dein Sünde groβ BWV 622
We zitten in een kring rond de tafel
Begroeting, moment van inkeer, aansteken van de kaarsen en aanvangsgebed

Na de intro van de organist gaan allen staan

Aanvangslied: Lied 273, 1 cantorij en 2 allen

Votum en groet

Zingen: Lied 273, 3 en 4, (allen met cantorij)


Allen gaan zitten

Evangelie Harmonie. Bij een aantal lezingen is een korte uitleg.

Lezing: Mattheus 26 1-19

Jezus met kostbare olie gebalsemd
Toen Jezus deze laatste rede beëindigd had, zei Hij tegen zijn leerlingen: ‘Over twee dagen is het, zoals jullie weten, Pesach. Dan wordt de Mensenzoon uitgeleverd om gekruisigd te worden.’
Ondertussen kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk bijeen in het huis van de hogepriester, Kajafas. Daar beraamden ze het plan om Jezus door middel van een list gevangen te nemen en Hem te doden. ‘Maar niet op het feest,’ zeiden ze, ‘want dan komt het volk in opstand.’
Toen Jezus in Betanië in het huis van Simon – degene die aan een huidziekte had geleden – aanlag voor de maaltijd, kwam er een vrouw naar Hem toe. Ze had een albasten flesje met zeer kostbare olie bij zich en goot die uit over zijn hoofd. De leerlingen ergerden zich toen ze dit zagen en zeiden: ‘Wat een verspilling! Die olie had immers duur verkocht kunnen worden, en dan hadden we het geld aan de armen kunnen geven.’ Jezus hoorde het en zei: ‘Waarom vallen jullie deze vrouw lastig? Zij heeft iets goeds voor Mij gedaan. Want de armen zijn altijd bij jullie, maar Ik zal niet altijd bij jullie zijn. Door die olie over Mij uit te gieten, heeft ze mijn lichaam voorbereid op het graf. Ik verzeker jullie: waar ook ter wereld het goede nieuws verkondigd wordt, daar zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’
Daarop ging een van de twaalf, namelijk Judas Iskariot, naar de hogepriesters en zei: ‘Wat krijg ik van u als ik Hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken. Vanaf dat moment zocht hij een gunstige gelegenheid om Hem uit te leveren.
Het pesachmaal
Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood kwamen de leerlingen naar Jezus toe en vroegen: ‘Waar wilt U dat wij voorbereidingen treffen zodat U het pesachmaal kunt eten?’ Hij gaf hun de opdracht om naar een zeker persoon in de stad te gaan en hem te zeggen: ‘De meester laat u weten: “Mijn tijd is nabij; Ik wil met mijn leerlingen bij u het pesachmaal gebruiken.”’ De leerlingen deden wat Jezus hun had opgedragen en bereidden het pesachmaal.

Zingen: Lied 558 1 en 3 (allen met cantorij)

Lezing: Johannes 13 vers 3-17
Jezus, die wist dat de Vader Hem alle macht had gegeven en dat Hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om5en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen, en droogde ze af met de doek die Hij omgeslagen had. Toen Hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ Jezus antwoordde: ‘Wat Ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ ‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult U niet wassen, nooit!’ Jezus zei: ‘Als Ik ze niet mag wassen, kun je niet bij Mij horen.’ ‘Dan niet alleen mijn voeten, Heer,’ antwoordde Simon Petrus, ‘maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ Hij wist namelijk wie Hem zou uitleveren, daarom zei Hij dat ze niet allemaal rein waren.
Toen Hij hun voeten gewassen had, deed Hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’ vroeg Hij. ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen Mij, en terecht, want dat ben Ik ook. Als Ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. Werkelijk, Ik verzeker jullie, een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt.

Zingen: Lied 569: 1 en 3 allen 2 cantorij

Lezing: Mattheus 26, 20-38

Toen de avond was gevallen, lag Hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd. Onder het eten zei Hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal Mij uitleveren.’ Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze Hem: ‘Ik toch niet, Heer?’ Hij antwoordde: ‘Hij die tegelijk met Mij iets uit de schaal nam, die zal Mij uitleveren. De Mensenzoon zal heengaan zoals over Hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ Toen zei ook Judas, die Hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ Jezus antwoordde: ‘Jij zegt het.’
Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Ik zeg jullie: vanaf nu zal Ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot de dag dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg.
Onderweg zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen Mij deze nacht allemaal afvallen, want er staat geschreven: “Ik zal de herder doden, en de schapen van zijn kudde zullen uiteengedreven worden.” Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt, zal Ik jullie voorgaan naar Galilea.’ Petrus zei daarop tegen Hem: ‘Misschien zal iedereen U afvallen, ik nooit!’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik verzeker je: deze nacht, nog voor de haan gekraaid heeft, zul jij Mij driemaal verloochenen.’ Petrus zei: ‘Al zou ik met U moeten sterven, verloochenen zal ik U nooit.’ Alle andere leerlingen vielen hem daarin bij.

In Getsemane
Vervolgens ging Jezus met zijn leerlingen naar een plek die Getsemane genoemd werd. Hij zei: ‘Blijven jullie hier zitten, Ik ga daar bidden.’ Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met zich mee. Toen Hij bedroefd en angstig begon te worden, zei Hij tegen hen: ‘Ik ben diepbedroefd, tot stervens toe. Blijf hier met Mij waken.’

Zingen: Bleibet hier und wachet mit mir (allen met cantorij)


Lezing: Lucas 22, 43 en 44

Uit de hemel verscheen Hem een engel om Hem kracht te geven. Hij werd overvallen door doodsangst en bad nog vuriger; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond.

Zingen: Lied 558 vers 5 en 6 (allen met cantorij)
 

5.Here, om uw bloedig zweet,
als Ge alleen de wijnpers treedt,
om de kelk vol bitter leed,
Kyrie eleison.
 
6.Om het zwijgen, het geduld,
waarmee Gij de wet vervult,
als men vruchtloos zoekt naar schuld,
Kyrie eleison.
 

Lezing: Mattheus 26, vers 40- 50 en 27, vers 1

Hij liep terug naar de leerlingen en zag dat ze lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Konden jullie niet eens één uur met Mij waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ Voor de tweede maal liep Hij bij hen vandaan en bad: ‘Vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan Mij voorbijgaat zonder dat Ik eruit drink, laat het dan gebeuren zoals U het wilt.’ Toen Hij terugkwam, zag Hij dat ze weer sliepen, want ze waren door vermoeidheid overmand. Hij liet hen achter, liep opnieuw wat verder en bad voor de derde maal, met dezelfde woorden als daarvoor. 45Daarna voegde Hij zich weer bij de leerlingen en zei: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het ogenblik is nabij waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan zondaars. Sta op, laten we gaan; kijk, hij die Mij uitlevert, is al vlakbij.’
Nog voor Hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. Judas, die Hem zou uitleveren, had met hen een teken afgesproken. ‘Degene die ik kus,’ had hij gezegd, ‘die is het, die moet je gevangennemen.’ Hij liep recht op Jezus af, zei: ‘Gegroet, rabbi!’ en kuste Hem. Jezus zei tegen hem: ‘Vriend, ben je daarvoor gekomen?’ Daarop kwamen de mannen naderbij, grepen Jezus vast en namen Hem gevangen.
De volgende ochtend vroeg namen alle hogepriesters met de oudsten van het volk het besluit Jezus ter dood te brengen.

Zingen: Lied 571, vers 1, 4 en 5 cantorij

Voorbeden,
tussen de gebedsintenties zeggen we: niet mijn wil, maar uw wil geschiede:

stil gebed, Onze Vader

Inzameling van onze gaven

1e Eredienst en Diaconaat
2e Kerk in Actie, Moldavië
3e Instandhouding van de gebouwen

Nodiging
V: Brood dat leven geeft en wijn die het hart verheugt-
in deze tekenen wil de Heer met ons zijn.
Richt dan uw hart op Hem en deelt in zijn overvloed.

Zingen: Lied 377 1, 4 en 5 allen, 2 cantorij

We wensen elkaar de vrede

Tafelgebed voor Witte Donderdag van Sytze de Vries

Zingen: Lastdier van de Vrede, 3 cantorij , 4 en 5 allen

We delen het brood en de wijn

Afsluitende woorden

We verlaten in stilte de kerk









 

terug
×